Wat zijn de beoordelingscriteria om uw rijgeschiktheid te bepalen?
Als u met de auto rijdt, doet u een beroep op twee kenmerken van het zicht: de centrale visuele scherpte, m.a.w. de gezichtsscherpte, en het gezichtsveld, m.a.w. het vermogen om zijwaarts dingen te zien. Om een rijbewijs A of B (de meest voorkomende) te behalen, mogen deze niet lager zijn dan een bepaalde drempel. De gezichtsscherpte wordt gemeten door middel van het lezen van cijfers of letters die op minstens 4 meter afstand worden geplaatst. Hierbij mag de persoon zijn/haar bril dragen.
De gezichtsscherpte wordt uitgedrukt in tienden (grootte van de gelezen symbolen). Om met de auto te mogen rijden, is een gezichtsscherpte van minstens 6/10 voor een van de ogen vereist indien het andere oog slechts 1/10 of minder behaalt, en minstens 5/10 bij het gebruik van beide ogen. Het gezichtsveld, m.a.w. de ruimte die de twee ogen dekken, moet groter of gelijk zijn aan 120° horizontaal en 60° verticaal. Om een rijbewijs C, D en E te behalen, mag de gezichtsscherpte niet lager zijn dan 8/10 voor het beste oog en 5/10 voor het minder goede oog, steeds met de bril op. Er wordt hier geen afwijking van het gezichtsveld getolereerd.
Moet men een oogonderzoek ondergaan om een rijbewijs te behalen?
Op het aanvraagformulier voor het rijbewijs wordt u gevraagd naar uw algemene lichamelijke en psychische geschiktheid en naar uw gezichtsvermogen. Deze verklaring in verband met uw rijbeschiktheid wordt gedaan op uw erewoord en elke verzwijging kan aanleiding geven tot vervolging. Indien u oordeelt dat u een probleem heeft betreffende het gezichtsvermogen, moet u een onderzoek ondergaan bij een vrij gekozen oogarts. Deze oogarts kan bepalen of u rijgeschikt bent, eventueel met een beperking.
Indien het dragen van een bril op uw rijbewijs genoteerd is in de “gebruiksbeperkingen”, moet u uw bril dragen tijdens het rijden. Indien u deze niet draagt, begaat u dus een overtreding. Indien het dragen van uw bril niet op uw rijbewijs genoteerd is, is er geen enkele verplichting om hem tijdens het rijden te dragen.
Ik heb last van nachtblindheid; mag ik mijn rijexamen afleggen?
Neen. Deze stoornis (hemeralopie genoemd) is niet verenigbaar met het autorijden.
Ik lijd aan daltonisme; is dit verenigbaar met autorijden?
Ja. Stoornissen van het kleurenzicht (of daltonisme) zijn in het algemeen geen contra-indicatie voor autorijden.
Ik heb glaucoom; mag ik blijven autorijden?
Glaucoom zorgt voor een progressieve vernauwing van uw gezichtsveld en een daling van uw gezichtsscherpte door de aftakeling van de gezichtszenuw, wat zeer schadelijk kan zijn voor uw veiligheid en deze van anderen. Het is dus wenselijk hier met uw oftalmoloog over te praten, die u naargelang uw gezichtsvermogen en met name het meten van uw gezichtsveld, advies kan verstrekken.
Moet ik de overheid inlichten over mijn visuele handicap?
Ja, bij het behalen van uw rijbewijs moet u een attest in verband met rijgeschiktheid ondertekenen. Indien uw verklaring niet strookt met de realiteit, kan u hiervoor vervolgd worden.
Indien u na het behalen van uw rijbewijs niet meer voldoet aan de medische minimunnormen om auto te rijden, is het uw plicht om uw rijbewijs in te leveren.De arts heeft de plicht zijn patiënt in te lichten dat zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet meer in overeenstemming is met de medische minimunnormen om auto te rijden. Deze moet dan zijn rijbewijs inleveren bij de bevoegde overheid.
Een van mijn bejaarde ouders heeft gezichtsproblemen; wat kan ik hem/haar aanraden?
Een wijziging van het gezichtsvermogen is klassiek bij oudere mensen. U kunt hem/haar aansporen om zijn/haar gezichtsvermogen door de oftalmoloog te laten controleren. Deze arts kan beoordelen of uw ouder al dan niet in staat is om met een auto te rijden en hem/haar eventueel advies verstrekken om het rijbewijs in te leveren. De arts is wel gebonden aan het beroepsgeheim. De arts kan in noodsituaties de bevoegde overheid hiervan ook op de hoogte stellen. Indien de arts gewetensvol oordeelt dat de patiënt een ongeval kan veroorzaken met zware gevolgen voor hem of voor derden, kan de arts de procureur des Konings op de hoogte brengen van zijn twijfels in verband met de rijgeschiktheid van deze persoon.
Mijn gezichtsvermogen gaat erop achteruit en ik moet met de auto blijven rijden omwille van mijn beroepsactiviteit. Wat moet ik doen?
U moet op regelmatige tijdstippen een controle-onderzoek ondergaan.Voor uw eigen veiligheid en deze van de personen die u vervoert of die u op de weg kruist, is het van cruciaal belang dat u een specialist raadpleegt. Hij zal de beperking van het gezichtsvermogen en de omvang van de handicap die hiermee gepaard gaat, beoordelen. Indien u niet langer met de auto kunt rijden en naargelang uw handicap, zal uw arts samen met u de verschillende mogelijkheden bekijken, zodat u uw autonomie kunt behouden (gespecialiseerd vervoer, gezichtshulpmiddel…).
90% van de vereiste informatie bij het autorijden is visueel en 20% van de verkeersongevallen zijn te wijten aan een probleem van het gezichtsvermogen. Een verzwijging van een belangrijke gezichtsstoornis kan in geval van een ongeval leiden tot gerechtelijke vervolging en de opzegging van de verzekeringsgaranties. Het is dus van cruciaal belang om uw zicht regelmatig te laten controleren en in geval van een belangrijke deficiëntie af te zien van het autorijden.